Marieke Budding: ‘Geef thuiszitters de ruimte’

Marieke Budding
Maaike Zweers
Maaike Zweers
08 december 2025
3 min

Er komt steeds meer aandacht voor de thuiszitters in het basis- en voorgezet onderwijs, maar die is te vaak gericht op snelle terugkeer naar school. Dat is lang niet altijd in het belang van het kind. Digitaal onderwijs kan de oplossing zijn. Of even helemaal geen onderwijs.

De landelijke oudervereniging Balans schat dat er in Nederland minimaal  70.000 thuiszitters zijn. Dat zijn kinderen die drie maanden of langer niet naar school gaan.

Marieke Budding, directeur van de Stichting Passend Onderwijs, begeleidt op dit moment zo’n honderd thuiszitters en heeft er de afgelopen jaren nog veel meer voorbij zien komen. “De wet zegt dat kinderen zo snel mogelijk weer naar school moeten. Scholen houden zich graag aan de wet, dus daar is het beleid op gericht.”

Huiskamer op school helpt thuiszitters niet

Veel scholen hebben een huiskamer ingericht voor kinderen die (nog) niet in de klas kunnen leren. Dat lijkt mooi, maar die kinderen moeten daar wel eerst komen. En dat is vaak een veel te grote stap.

“Het kan best zijn dat een kind dat uitvalt eerst een periode zonder school of leren nodig heeft. Dat is voor leerkrachten én ouders vaak lastig om dat te accepteren, maar het kan ruimte geven. Voor het kind en de ouders. ”

Beleidsregels voor thuiszitters soepeler

De wet biedt nog weinig flexibiliteit, maar de beleidsregels worden langzaam wat soepeler, ziet Budding. “Als een kind nu uitvalt, moet er een beroep worden gedaan op de variawet. En moet de onderwijsinspecteur een oordeel geven over de belastbaarheid van een kind.  Dat hoeft per 1 januari niet meer. Een school moet dan met de ouders in contact zijn over het OPP en verder zelf bepalen wat in het belang van het kind is.”

Geen kind zit vrijwillig thuis

Budding begeleidt via haar stichting Passend Onderwijs leerlingen die op afstand willen en kunnen leren. “Bij al die thuiszitters die wij zien, is er geen één die vrijwillig thuis zit. Vroeg of laat willen ze allemaal weer leren. Wij bekijken dan wat er mogelijk is. Een kind krijgt bij ons een vaste begeleider en we kijken samen welke vakken en welke lessen we online gaan aanbieden. Dat kan beginnen met een kwartiertje per dag of soms is dat zelfs te lang. Maar dat maakt niet uit, we doen wat kan en bewaken de grenzen kritisch.”

Lees ook: Digitale inclusie nog lang niet vanzelfsprekend

Financiering zorgt voor problemen

De financiering voor het onderwijs op afstand moet komen van scholen en samenwerkingsverbanden. In theorie moet hier budget voor zijn omdat scholen een bedrag per leerling krijgen. De praktijk is anders.  Budding: “Het geld dat er voor een bepaald kind zou moeten zijn, is dan al opgegaan aan andere dingen en het is er gewoon niet. Daar snap ik niets van.”

Vroeg of laat gaan bijna alle leerlingen die Budding begeleidt weer naar school. Als ze op afstand de basisschool afronden, gaan ze het in ieder geval proberen op een fysieke middelbare school. Examen doen kan ook op afstand. “Als het nodig is, werken we met leerlingen op de middelbare school toe naar het staatsexamen. Dan kunnen ze daarna verder op het fysieke mbo, hbo of wo. Ook die stap maken ze vaak succesvol.”

Marieke Budding verzorgt tijdens IPON op 12 februari een theatersessie over onderwijs op afstand voor thuiszitters. Bekijk hier het programma.

 

 

IPON, het grootste EdTech event op 11 en 12 februari 2026 in Jaarbeurs Utrecht.

Maaike Zweers

Redacteur Public bij Jaarbeurs. Verantwoordelijk voor de website en de nieuwsbrief van IPON Daarnaast stel ik het kennisprogramma samen voor IPON.nl.