Welke EdTech-ontwikkelingen over tien jaar gemeengoed zijn, kan niemand al met zekerheid zeggen. Toch laten trends in onderwijstechnologie wel zien wat je als leerkracht of onderwijsondersteuner kunt verwachten. Een blik op het onderwijs van de toekomst.
Tekst: Heleen van Roon Beeld: Envato
Het is maandagochtend half negen, de nieuwe schoolweek is begonnen. De start van de dag gaat allang niet meer gepaard met scholieren die zuchtend hun loodzware boekentas neerploffen. In plaats daarvan vullen zachte meldingen en holografische displays de ruimte.
Een deel van de leerlingen neemt plaats in hun leerzone, waar hun persoonlijke AI-assistent hen begroet met een op maat gemaakte dagplanning. Sommigen zetten een augmented reality-bril op en duiken in een interactieve wiskundeles. Vandaag gaan de scholieren driedimensionale breuken manipuleren. Anderen bespreken in kleine groepjes een klimaatproject met een virtuele expert. Hij belt live in vanuit een onderzoekslab op Antarctica.
Als je ChatGPT laat meedenken, is dat hoe een gemiddelde schooldag er over een decennium uitziet. Kenners van onderwijstechnologie daarentegen, zijn het daar slechts gedeeltelijk mee eens. Zo verwacht educatief technoloog Denise Brilman niet dat leerlingen hun beeldmateriaal in de lucht zullen projecteren. “Er wordt in het huidige onderwijs nu veel aandacht besteed aan het voorkomen van afleidingen door technologie, zoals mobiele telefoon en de altijd-open-laptops”, vertelt ze. “Een holografisch display zou weer een nieuwe afleiding zijn van waar het leren echt plaatsvindt, namelijk in actieve werkvormen.”
Brilman denkt dan ook niet dat het gebruik van futuristische tools een grote trend wordt. De omwenteling in het onderwijs zit volgens haar vooral in de manier waarop leerlingen omgaan met de lesstof. Wat dat betreft, is ChatGPT’s idee over het klimaatproject met een expert in Antarctica goed mogelijk. Brilman: “Daarmee krijg je veel meer aandacht voor het proces. Leerlingen kunnen dan laten zien dat ze de kennis echt beheersen, in plaats van de lesstof alleen maar uit het hoofd geleerd te hebben.”
Ook zogeheten micro-learnings worden steeds populairder, vertelt EdTech-organisatieadviseur Eric van de Graaff. Hij verwacht dat die de komende jaren steeds meer in het onderwijs gebruikt gaan worden. Die learnings bestaan uit heel korte stukjes informatie, bijvoorbeeld in de vorm van tekst of video. “Het aantal lange cursussen zal daardoor afnemen”, zegt hij. “Je kunt de lesstof immers gewoon opnemen in je dagelijkse werkzaamheden.” Bijvoorbeeld tijdens het Antarctica-project waarmee de AI-leerlingen van ChatGPT hun schooldag begonnen.
Brilman: “Het voordeel daarvan is dat je de kennis meteen toepast, waardoor je het beter onthoudt.” Ook sluit die manier van leren beter aan op de belevingswereld van jongeren, stelt de educatief technoloog. “Kijk bijvoorbeeld naar TikTok; zulke korte video’s kun je ook gebruiken om lesstof aan te bieden.”
Het praktisch toepassen van kennis zou er ook voor zorgen dat scholieren minder uren hoeven te leren. Van de Graaff wijst op het 2-hour-learning concept, een ontwikkeling die nu nog vooral in de VS wordt toegepast. Daarbij krijgen leerlingen per dag twee uur theorie om daarna actief aan de slag te gaan met de lesstof.
Van de Graaff: “Dat zou hier ook mogelijk zijn, maar daar is echt een cultuurverandering voor nodig.” De EdTech-adviseur raadt aan om te beginnen met een kleine en concrete doelstelling binnen de organisatie en die later uit te breiden.
Voor Brilman is het voor de cultuurverandering bovendien noodzakelijk dat leerkrachten en docenten over meer lesmateriaal gaan beschikken. “Er is nu een gebrek aan kant-en-klare interactieve lesinhoud”, zegt ze. “Daardoor zijn leerkrachten huiverig om nieuwe EdTech uit te proberen.”
Of scholen in 2035 werken met holografische schermen en AR-brillen, valt nog te bezien. De komende jaren lijkt het vooral te draaien om de leerkracht en hoe zij EdTech kunnen leren omarmen en toepassen. Misschien is dat voorlopig wel de grootste trend.